Chemicals in feminine hygiene products - Chemicals In Our Life

Chemische stoffen in producten voor vrouwelijke hygiëne

De EU verzamelt informatie over de mogelijke gezondheidsrisico’s van hygiëneproducten voor vrouwen nadat deskundigen hierin gevaarlijke chemische stoffen in lage concentraties hebben aangetroffen.

De veiligheid van producten voor vrouwelijke hygiëne, zoals maandverband, inlegkruisjes, tampons en menstruatiecups, is onderwerp van discussie sinds twee nationale autoriteiten er lage concentraties van gevaarlijke chemische stoffen in hebben aangetroffen.

Het Franse agentschap ANSES roept op tot beperkingen in het kader van REACH en dringt er bij fabrikanten op aan om de kwaliteit van hun grondstoffen te verbeteren.

In zijn beoordeling roept het Franse agentschap voor voedsel, milieu en gezondheid en veiligheid op het werk (ANSES) op tot beperkingen in het kader van REACH om de aanwezigheid van carcinogene, mutagene en reprotoxische (CMR) stoffen in deze producten te beperken. Momenteel zijn de samenstelling, de fabricage en het gebruik van deze producten niet geregeld door een specifieke verordening, maar onderworpen aan horizontale wetgeving, waaronder de richtlijn inzake algemene productveiligheid (RAPV).

Grondstoffen schuldig

In juli 2018 heeft ANSES in de producten sporen aangetroffen van geurmiddelen, polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) en pesticiden met carcinogene, mutagene of reprotoxische (CMR), hormoonontregelende of huidsensibiliserende eigenschappen. Sommige van de aangetroffen pesticiden, zoals lindaan en quintozeen, zijn in de EU verboden.

De meeste van deze stoffen, met uitzondering van één geurmiddel, zijn niet opzettelijk aan de producten toegevoegd. Het merendeel is waarschijnlijk afkomstig van verontreinigde grondstoffen of is als ongewenst bijproduct tijdens productieprocessen zoals bleken of lijmen in de betrokken producten terechtgekomen.

Hoewel uit de bevindingen van ANSES is gebleken dat de concentraties zo laag waren dat ze geen risico vormden, adviseert het agentschap fabrikanten toch om de kwaliteit van hun grondstoffen te verbeteren en een aantal productieprocessen te herzien om risico’s te elimineren.

Eerder al concludeerde het Zweedse Agentschap voor chemische stoffen (Kemi) dat het risico op negatieve gezondheidseffecten in producten voor vrouwelijke hygiëne laag was. In 35 geanalyseerde producten trof Kemi 21 chemische stoffen aan die ofwel gevaarlijk waren of waarvan dit vermoed werd. Net als ANSES troffen zij evenwel de gevaarlijke stoffen voornamelijk in lage concentraties aan.

In sommige menstruatiecups waren drie siloxanen gebruikt waarvoor onvoldoende informatie beschikbaar was om een risicobeoordeling uit te voeren. Deze siloxanen werden aangetroffen in zeer lage concentraties, lager zelfs dan die welke EU-bedrijven verplicht zijn te melden voor zeer zorgwekkende stoffen (SVHC’s). Hoewel de resultaten niet wijzen op gezondheidsrisico's, zal Kemi fabrikanten en importeurs op de hoogte brengen van de bevindingen.

Wat zijn de volgende stappen?

Op dit moment zijn producenten onder de RAPV niet verplicht om de lijst van productingrediënten openbaar te maken. De richtlijn stelt echter wel dat alleen veilige producten op de markt gebracht mogen worden en dat producenten verantwoordelijk zijn voor de productveiligheid.

Producenten moeten ook relevante informatie en passende waarschuwingen verstrekken, zodat de risico’s kunnen worden beoordeeld. Instanties in de lidstaten zijn verantwoordelijk voor de handhaving en moeten actie ondernemen als er onveilige producten op de markt worden aangetroffen.

Verder onderzoek van deskundigen is nodig om de mogelijke gezondheidsrisico’s van hygiëneproducten voor vrouwen te beoordelen en om te bepalen of er maatregelen nodig zijn om de veiligheid te verbeteren.